Persoonlijk verhaal Wonen

‘Ik zou zonder blindengeleidehond kunnen, maar ik wil het niet.’

De rol van blindengeleidehonden binnenshuis

Honden staan al sinds mensenheugenis bekend als de beste vriend van de mens. Door hun loyaliteit, aaibaarheid, dankbaarheid en intelligentie hebben ze altijd al wereldwijd een speciale plek in het hart van miljoenen mensen weten te veroveren. Het was dan ook slechts een kwestie van tijd voordat ze ingezet zouden worden om mensen met een beperking te ondersteunen bij hun dagelijkse bezigheden. Inmiddels is er een veelvoud aan assistentiehonden. Zo zijn er epilepsiehonden, ADL-hulphonden en PTSS honden. Maar verreweg de bekendste onder de hulphonden zijn de blindengeleidehonden. Deze trouwe viervoeters helpen slechtzienden, blinden en doofblinden bij het navigeren door de drukke en hectische buitenwereld.

De opkomst van de geleidehond

De exacte oorsprong van de eerste geleidehonden is lastig te traceren. Maar we kunnen wel stellen dat er waarschijnlijk al tijdens de oudheid op kleine schaal gebruik werd gemaakt van geleidehonden. Zo vonden archeologen gedurende opgravingen in het Italiaanse stadje Pompeï een muurschildering van een, waarschijnlijk blinde man, die geleid wordt door een hond. Ook het Metropolitan Museum in New York beschikt over een Chinese papierrol uit 1200 na christus, waarin we een blinde man met een geleidehond zien.

Naarmate de jaren verstreken en de wetenschap zich verder ontwikkelde, begon het idee om honden te gebruiken bij het assisteren van blinden steeds meer houvast te krijgen. De Oostenrijkse pedagoog Johann Wilhelm Klein was een van de grondleggers van dit idee. De Napoleontische Oorlogen waren zojuist afgelopen en dit had een overvloed aan blind geworden veteranen als gevolg. Hij publiceerde in 1819 een handboek waarin hij stelde dat honden, met behulp van een stevige harde lijn en een wandelstok, de ideale oplossing vormden bij het assisteren van blinden. De meest geschikte honden voor deze taak waren volgens hem Poedels en Duitse Herders. Tegenwoordig wordt de Duitse Herder nog steeds gebruikt als geleidehond.

De blindengeleidehond zoals we hem nu kennen. Foto: wikipedia, 29-4-2010.

Maar voor de echte professionalisering van het gebruik voor blindengeleidehonden was helaas weer een grote oorlog nodig. Maar liefst 100 jaar later, na de Eerste Wereldoorlog, zag een Duitse arts in honden de ideale oplossing, om veteranen, die hun zicht waren verloren door gifgasaanvallen, te ondersteunen. Dit leidde uiteindelijk tot de eerste officiële geleidehondenschool in Potsdam in Duitsland. Het idee van blindengeleidehonden werd nu eindelijk op grote schaal toegepast. In de hierop volgende jaren schoten overal in de wereld geleidehondenscholen als paddenstoelen uit de grond. 

Een extra gezinslid

Nu, weer zo’n 100 jaar later, zijn blindengeleidehonden niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Het aantal gebruikers van blindengeleidehonden is de afgelopen veertig jaar enorm toegenomen. Zo waren er in 1979 nog maar zo’n 250 blindengeleidehonden, inmiddels is dat aantal gestegen naar ongeveer 1000. Een van die honderden nieuwe blindengeleidehondgebruikers is Suzanne van den Bercken. Suzanne kreeg rond het einde van de jaren negentig een blindengeleidehond en heeft in die twintig jaar al vijf verschillende blindengeleidehonden gehad. Dit lijkt misschien veel maar de meeste blindengeleidehond gaan tussen hun 8e en 10e levensjaar al met pensioen. Dit heeft ook meerdere oorzaken. Meestal gaat het hierbij om welzijnsoverwegingen of ouderdomsslijtage. De ouderdom kan er ook voor zorgen dat de hond wat scherpte verliest en dus niet meer even alert is. Dit kan voor zowel de hond als de gebruiker gevaarlijke situaties veroorzaken.

Het zijn gewoon gezinsleden, ze hebben een eigen karakter.

Buiten de deur heeft de hond een zorgtaak naar de baas en dus een leidende rol. Binnen het huis hoeft de hond echter weinig te doen. Zodra de riem en het tuig bij binnenkomst afgaan, gaat er een knop om in het beestje en is er tijd voor ontspanning. ‘Als mijn hond de hele dag lang stil heeft moeten liggen en ik doe bij het thuiskomen haar tuig en riem af dan merk ik dat ze zich graag even ontspant. Dan gaat ze bijvoorbeeld midden in de kamer als een malle rondjes om zichzelf draaien waarbij ze een soort van koprol probeert te maken of ze rent heel hard rondjes achter haar eigen staart aan. Ze moet zich soms na een lange werkdag dan echt even uitleven.’ stelt Suzanne. Het is namelijk erg belangrijk voor een hond dat die zich op sommige momenten eventjes kan ontspannen en niet de hele tijd hoeft te werken. Het huis is namelijk een van de weinige locaties waar dat mogelijk is.

Loeks oude hond Jerry geniet van zijn pensioen. Foto: eigen foto, 4-12-2018.

Loek Meijer heeft inmiddels al 53 jaar ervaring met blindengeleidehonden. Hij heeft al zes blindengeleidehonden gehad, waarvan hij er eentje zelf heeft opgeleid. Hij kan zich ook nog goed herinneren toen hij zijn eerste hond kreeg. ‘Op het blindeninstituut hoorden we vaak de hond van de receptionist blaffen, maar dat heeft me niet op het idee gebracht zelf een geleidehond te willen hebben. Aan het begin van mijn studietijd in Leiden werd mij aangeraden om toch een geleidehond te nemen. Dat leek me toen wel een goed idee want ik wilde graag een hond en als het een blindengeleidehond was dan mocht die altijd mee. Ik had meteen in het oefenrondje door dat ik nooit meer zonder hond wilde lopen, want het was gewoon een heel stuk ontspannender.' 
 

In wezen verschillen blindengeleidehonden binnenshuis niet heel veel van normale huishonden. ‘Het zijn gewoon gezinsleden, ze hebben een eigen karakter. Wij hebben bijvoorbeeld een hond die echt een ochtendhumeur heeft. Als het een mens was geweest zou je bijna zeggen dat zij eerst koffie nodig heeft om een beetje op gang te komen.’ aldus Suzanne. Zodra ze weer naar buiten moet is haar hond echter weer bloedserieus. ‘Op het moment dat je de riem en het tuigje omdoet is het net alsof er een knop omgaat in het beestje. Ze zijn dan ineens heel serieus en schieten dan echt in een werkmodus.’ Ook de honden van Loek zijn ‘vrij’ zodra ze het huis betreden. ‘Ik laat hem niet werken thuis. Ik vind het zielig als ze zo thuis ingesnoerd moeten blijven.’ Als er huisgenoten zijn, dan moeten die evenals de blinde zelf de gewenste omgangsvormen in acht nemen. 'De hond moet in goede conditie blijven. Dat betekent dat je hem niet moet vetmesten. Als de hond buiten de mand ligt, dan zal hij moeten opstaan als de blinde baas nadert. Dat moet hij ook bij ziende huisgenoten doen.'

Werk aan de winkel

Er valt echter ook nog genoeg te verbeteren. Zo zijn er steeds minder plekken, vooral in de steden, waar de hond los mag lopen en zich even kan ontspannen. De veranderde wetgeving voor wat betreft de opruimplicht brengt ook enkele complicaties met zich mee. Dit kan van invloed zijn bij het bepalen van een nieuwe woonomgeving. Ook het opleiden van blindengeleidehonden verloopt niet altijd vlekkeloos. ‘Ik vind dat de kwaliteit van de honden van twintig jaar geleden beter was dan de honden van nu’ stelt Suzanne. Dit is het  gevolg van de groeiende vraag naar geleidehonden. ‘Er zit bij de organisaties hierdoor een druk waarbij je merkt dat de selectie, in mijn ogen, wat minder streng verloopt. De druk op de trainers is groter, het geleidewerk is nog goed, maar qua gedrag zie je dat sommige honden soms nog wat onrustig zijn. Dat gebeurde vroeger bijna niet.’

‘Ik vind dat de kwaliteit van de honden van twintig jaar geleden beter was dan de honden van nu’

Ook Loek heeft in het verleden wel eens problemen gehad met zijn honden; ‘Ze wisten dat ik een snelle hond nodig had, maar ik kreeg een trage hond. En ze wisten dat ik veel reis, maar dan krijg ik toch een grote hond. Dat is wel onhandig.’ In 2004 wees een kwaliteitsonderzoek van het onderzoeksinstituut ITS naar blindengeleidehonden nog uit dat slechts 9% van de respondenten gedragsproblemen van de hond aanwezen als reden voor vervanging van hun geleidehond.Huidige cijfers zijn echter lastig te vinden en bieden ons dus ook nog weinig duidelijkheid over de huidige stand van zaken. Gelukkig is Suzanne over haar eigen hond heel tevreden; "als ik met mijn gezin ergens heen ga dan hoor ik soms ‘zo dat is knap zeg’. En dan blijkt ze me echt heel netjes door allerlei fietsen heengeleid te hebben, zonder dat ik überhaupt doorhad dat die fietsen er waren. Dat doet echt iets met het hele gezin.”

 

Met speciale dank aan:
Suzanne van den Bercken, Loek Meijer en Ad van der Waals

Geschreven door:
Iñigo van Geest en Eline Jonkergouw