Persoonlijk verhaal Wetenschap en Maatschappij

Een Machteloos Meisje en een Witte Wetenschapper

Het portret van Mary Sabina: een illustratie van wetenschappelijk racisme in de 18e eeuw

Ze kijkt je recht aan. Een meisje van vier met een vogeltje op haar hand en versierd met sieraden. Op een gravure afkomstig uit de encyclopedie l’Histoire Naturelle uit 1777 is het meisje Mary Sabina te zien. Opgegroeid op een slavenplantage in Colombia mag ze nu poseren voor een gravure. De tekenaar moet gedacht hebben een wonder te hebben ontdekt. Een donker meisje met witte vlekken over haar hele lichaam. Vandaag de dag is bekend dat Mary aan de huidaandoening Vitiligo leed, maar in de 18e eeuw was deze aandoening nog een groot raadsel voor iedereen die dit te zien kreeg. De publicatie van de gravure in l’Histoire Naturelle zorgde dan ook voor vragen over de verschillen in huidskleur. Was dit meisje nu wit of zwart? 

Een bijzonder meisje

Mary Sabina werd geboren op een slavenplantage in Cartagena in Colombia op 12 oktober, 1736. Ze was de dochter van twee tot slaaf gemaakte personen: Martiniano en Patrona. Toen ze pas zes maanden oud was zag een priester die op de plantage voor de zieken zorgde de kleine Mary voor het eerst. Deze was met stomheid geslagen door hoe Mary er uitzag. Toen hij aan Patrona vroeg hoe het kon dat Mary zo gevlekt was, vertelde ze dat ze dacht dat dit kwam doordat ze tijdens haar zwangerschap veel tijd had doorgebracht met een zwart-wit gevlekte hond op de plantage. Dit was overigens geen ongewone gedachte. Vaak werden aandoeningen bij kinderen verklaard vanuit de zwangerschap. Zo dachten veel mensen ook dat een albino kind het gevolg was van een moeder die tijdens haar zwangerschap zo was geschrokken van een wit persoon, dat het gevolgen had voor haar kind.

Portret van Mary Sabina in l'Histoire Naturel, 1777. De attributen zoals de tooi en de parasol moeten haar exotische afkomst benadrukken. Foto: Science Photo Library

Nadat meer mensen rondom de plantage over het bijzondere meisje hadden gehoord, werd Mary een lokale beroemdheid en werd er dus ook een portret van haar gemaakt. Dat Mary vanwege haar huidaandoening tentoongesteld werd was niet exceptioneel. Mensen werden in de 18e eeuw, mede door de Verlichting, steeds nieuwsgieriger naar datgene wat ze niet kenden en wat ze niet konden verklaren. Tentoonstellingen en encyclopedieën die onbekende fenomenen, dieren en planten ten toon stelden werden dan ook zeer populair. De nieuwsgierigheid voor het onbekende is ook goed te zien in hoe er met het jongetje George Alexander Gratton werd omgegaan.

Portret van George Alexander Gratton, gemaakt in opdracht van zijn eigenaar Richard Gratton, in 1809 in Londen. De schildpad en de palmbomen op de achtergrond benadrukken dat dit jongetje een exotisch wonder der natuur is. Foto: Wellcome Collection

George werd geboren in 1808 op een slavenplantage. Hij had dezelfde huidaandoening als Mary en net als bij haar waren mensen erg nieuwsgierig naar de oorzaak van dit fenomeen en begonnen zij te speculeren over de oorzaak van zijn huidaandoening. Vaak werd de huidaandoening van George uitgelegd als een schilderij dat door God op het lijf van George was aangebracht. Verhalen over deze ‘luipaard jongen’ deden snel de ronde en George werd al snel een bezienswaardigheid. Iedereen wilde deze jongen komen bekijken en George werd dan ook door heel Europa heen tentoongesteld als een exotische attractie en moest hij bezoekjes brengen aan rijke mensen op privé feestjes, waar mensen naar hem staarden, hem belachelijk maakten of bewonderden en zijn huid maar al te graag wilden aanraken. Dit alles bleef Mary, voor zover bekend is, gelukkig bespaard, enkel haar portret maakte de oversteek naar Europa.

Van Colombia naar Parijs

De gravure van Mary Sabina moest een lange route afleggen voordat deze bij de Franse wetenschapper Georges Louis Leclerc de Buffon, de maker van l'Histoire Naturelle, terechtkwam. Het originele portret werd rond 1740 gemaakt door een onbekende artiest en werd meegegeven aan een Spaans schip om te vervoeren naar Europa. Onderweg werd dit schip echter geplunderd door de Engelse marine en de gravure werd door hen meegenomen. Als oorlogsbuit werd de gravure naar de Britse kolonie Carolina meegenomen en hier werd deze meerdere keren gekopieerd. Een van de kopieën, of misschien wel de originele gravure, werd vervolgens aan boord van een schip geladen om naar Londen te worden vervoerd, maar eenmaal op zee werd het schip dit keer overvallen door de Franse marine en ook deze keer werd de gravure als oorlogsbuit meegenomen, dit keer naar het Franse Duinkerke. De burgemeester van Duinkerke kreeg de gravure te zien en stuurde deze door naar zijn vriend Georges de Buffon. De Buffon was erg blij met deze gravure, en hij gaf de Franse tekenaar Jaques de Sève de opdracht om een schets te maken van het portret, zodat hij deze kon opnemen in zijn encyclopedie.

'Wetenschappelijke' verklaring

Portret van natuuronderzoeker Georges Louis Leclerc de Buffon. Foto: RMN Grand Palais

De Buffon was natuuronderzoeker in dienst van koning Lodewijk XV en l‘Histoire Naturelle werd dan ook opgedragen aan de Franse koning. De Buffon wijdde zich in deze encyclopedie uit over bijzondere dieren, planten en ook mensen. Het portret van Mary Sabina was dan ook een interessant object voor hem om te onderzoeken en in l’Histoire Naturelle probeerde hij de aparte huidskleur van Mary te verklaren. Het enige wat de Buffon aan informatie over Mary had was haar portret, dus had hij niet veel om zijn verklaring op te baseren. Er waren in de 18e eeuw echter wel veel verklaringen over de verschillen in huidskleur in het algemeen, waar de Buffon op kon voortborduren. Een populaire theorie over de verschillen in huidskleur was bedacht door de Zweedse arts Carl Linnaeus. Hij was van mening dat de verschillen in huidskleur werden veroorzaakt door geografische factoren. Wanneer een groep mensen volgens Linnaeus lang genoeg op een bepaalde plek zou wonen zou dit invloed hebben op hun huidskleur. Volgens deze theorie zouden de kleinkinderen van een zwart gezin dat in Europa was gaan wonen na verloop van tijd ‘terugkeren’ naar de witte huidskleur. Hier werd dus geïmpliceerd dat de witte huidskleur de normale huidskleur voor een mens was. Geografische factoren speelden volgens Linnaeus dus een grote rol in wat voor huidskleur bepaalde groepen mensen hadden, maar toch verbond hij ook specifieke karaktereigenschappen aan de verschillende huidskleuren die een mens kon hebben. In zijn boek Systema Naturae categoriseerde hij mensen in vier groepen die onder andere werden bepaald door de huidskleur die mensen hadden: de Europeaus, de Americanus, de Asiaticus en de Afericanus. Binnen deze categorisering kwam de Europese mens naar voren als een ‘betere’ soort mens dan de andere drie groepen.

Fragmenten uit de 10e editie van Systema Naturae uit 1758 waarin Linnaeus de witte Europeaan onder andere omschrijft als goedhartig en inventief en de zwarte Afrikaan als lui en sluw. Foto: The Linnean Society of London

De Buffon volgde de leer van Linneaus en ook hij was dus van mening dat de witte huidskleur de originele huidskleur van de mens was. Op deze manier verklaarde hij dan ook waarom Mary Sabina een gedeeltelijk witte en zwarte huidskleur had:

White appears to be the primitive colour of nature ... that reappears under certain circumstances, but with such a great alteration, that it hardly resembles the primitive white, which was effectively denatured by the causes that we have just indicated [that is, a hot climate along the equator].

-Georges Louis Leclerc de Buffon,  l’Histoire Naturelle III

De Wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam

Een combinatie van deze wetenschappelijke rechtvaardiging van racisme en de nieuwsgierigheid naar het onbekende die heerste onder de Europese bevolking kwam tot uiting in de zogenoemde wereldtentoonstellingen waarin volkerenshows te zien waren. Ook al waren deze shows bedoeld voor amusement, wetenschappers hadden vaak een belangrijke rol in het tentoonstellen van bevolkingsgroepen die voor de meeste bezoekers onbekend waren. Ze gaven lezingen en uitleg over de ontdekking van deze ‘wilden’ in de onontdekte mysterieuze uithoeken van de wereld. Ook in Nederland vonden deze tentoonstellingen plaats. In 1883 werd er in Amsterdam een wereldtentoonstelling gehouden: De Internationale Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling. De tentoonstelling was bedoeld om de uitzonderlijke prestaties van Nederland in haar koloniën te laten zien. Maritieme uitvindingen, exotische producten en andere rijkdommen kwamen aan bod. Ook werden er verschillende volksstammen uit de koloniën  tentoongesteld. Op een affiche van de wereldtentoonstelling uit 1883 is te zien dat een aantal verschillende groepen Surinamers tentoongesteld werden.

Affiche gemaakt voor de Wereldtentoonstelling in Amsterdam in 1883, waarop de ‘drie soorten Surinamers’ gepresenteerd worden die ook te zien zullen zijn op de tentoonstelling: de Aborigines: de vroegste inwoners van Suriname, De Bosnegers uit Nederlands Guinea en de Surinaamse Creolen. Foto: Collectie Stadsarchief Amsterdam

Hier moesten ze een aantal maanden in een omheind gebied in hutten wonen om aan de bezoeker te laten zien hoe deze mensen normaal gesproken leefden in de wildernis van de koloniën. Dit was overigens niet waar, veel van de Surinamers hadden doodgewone beroepen, maar het maakte de tentoonstelling wel exotischer en interessanter voor het nieuwsgierige publiek. De Surinaamse mensen werden aan het Nederlandse publiek gepresenteerd als primitief en onderontwikkeld, iets wat overeenkwam met de theorie van Carl Linnaeus. Dit zorgde voor een groot contrast tussen de tentoongestelde zwarte Surinamers en de witte bezoekers van de tentoonstelling.

Het portret van Mary Sabina laat zien hoe er in de 18e eeuw tegen mensen werd aangekeken die anders waren de norm, of dit nou was door een lichamelijke aandoening of een andere huidskleur dan wit. Georges de Buffon gebruikte dit portret om racisme en discriminatie te rechtvaardigen. Tegenwoordig kan het portret nog steeds worden gebruikt, maar om een ander verhaal te vertellen: het verhaal van de zwarte kant van de wetenschap en de verhalen van hen die vanwege hun uiterlijk of afkomst als attractie tentoongesteld werden.

 

Geschreven door Pieter Smit