Gebeurtenis Wetenschap en Maatschappij

Is de wiskundeknobbel typisch mannelijk?

'De rol van frenologie in het versterken van gendernormen en raciale stereotypen'

Een veelgehoord stereotype is dat jongens beter zijn in wiskunde op school dan meisjes. Er wordt vaak gezegd dat jongens een echte ‘wiskundeknobbel’ hebben. Uit onderzoek blijkt dat er bij jonge kinderen nog geen verschil is tussen genders in het talent voor wiskunde, maar dat dit door genderstereotypering door de levensjaren heen veranderd. Waar komen deze ideeën over gender vandaan? En waar komt het begrip ‘wiskundeknobbel’ eigenlijk vandaan?

Frenologische buste waarbij de indeling van de verschillende karaktereigenschappen op de 'juiste' plaats op het schedel zijn getekend. Credit: Rijksmuseum Boerhaave, Leiden

Het woord wiskundeknobbel komt voort uit de reeds verdwenen 19de eeuwse pseudowetenschap frenologie. Deze wetenschap is ontwikkeld door de Duitse arts en onderzoeker Franz Joseph Gall en zijn jongere assistent Johann Spurzheim. Gall beweerde dat iemands karakter en talenten konden worden voorspeld op basis van de vorm van het hoofd. In zijn theorie bevatten de hersenen zevenentwintig verschillende organen, die elk een onderscheidend kenmerk of talent vertegenwoordigen. Hoe groter het orgaan, hoe sterker de eigenschap. De grootte van deze organen kon worden gemeten aan de hand van de 'knobbels' op het menselijke schedel; vandaar het begrip wiskundeknobbel. Maar waarom worden deze ‘knobbels’ toegewezen aan een specifiek geslacht en waar komen deze ideeën over gender vandaan? Wat is de rol van frenologie geweest in het creëren en versterken van gendernormen en raciale stereotypen? 

Know thyself: zelf-evaluatie en zelfverbetering

Deze ‘phrenological chart’ is door frenoloog Mrs Hamilton uitgevoerde analyse van de eigenschappen van de bezoeker en een roep om zelfreflectie en verbetering hiervan. Zowel de ‘note’ als ‘observations’ 2 wijzen op de maakbaarheid van de hersenenen en bijbehorende karaktereigenschappen en talenten. Credit: Science Museum, London

Frenologie werd niet lang serieus genomen door academici, maar werd al snel en bleef wel lang een populaire wetenschap en commerciële handel. Hierbij ontving het publiek niet passief informatie, maar nam het actief deel aan het proces van zelfontdekking. Deze zoektocht begon vaak bij een bezoek aan een professionele frenoloog, die het schedel van de bezoeker analyseerde en vervolgens de afmetingen in een tabel opschreef en meegaf. In de bovenstaande ‘phrenological chart’ staan de metingen die de vrouwelijke frenoloog Hamilton heeft uitgevoerd. Als een van de vele vrouwelijke frenologen oefende ze de frenologie opvallend genoeg gratis uit, in Schotland en Engeland. In dit geval analyseerde zij het hoofd van bezoeker J.B.K, waar voorderest weinig over bekend is. Bij de verschillende mogelijke karaktereigenschappen en talenten, schreef zij een cijfer tussen de één en de twintig om de sterkte hiervan weer te geven. Zo kreeg deze bezoeker het hoogst mogelijke cijfer voor onder andere ‘constructiveness’, ‘wonder’ en ideality’ en slechts een 16 voor ‘individuality’. Op deze manier kon J.B.K, en andere bezoekers zoals hij, door middel van deze tabel leren over zichzelf, zijn karakter en zijn zwakke en sterke kanten. 

Maar de frenologie ging verder dan slechts een passieve analyse van jezelf. De informatie die de bezoeker verkreeg kon hij gebruiken om aan zichzelf te werken en zijn karakter te verbeteren. Frenologen waren vaak sterk gefocust op zelfverbetering en geloofden in de maakbaarheid van het karakter. Zo stelden zij dat organen net als spieren getraind konden worden en dat karaktereigenschappen dus via hard werken versterkt of verzwakt werden. Dit idee van zelfanalyse en zelfverbetering wordt weerspiegeld in de tabel. Hierin staan namelijk niet slechts een analyse van de bestaande karaktereigenschappen in de vorm van een rijtje cijfertjes, maar gaat het ook in op het trainen, cultiveren of juist inperken van die bepaalde karaktereigenschappen en talenten. 

 

Know the other: gendernormen

Echter, ging frenologie niet slechts over jezelf, maar ook over jezelf in relatie tot de ‘ander’. Door zichzelf te analyseren en af te zetten tegen anderen werden bezoekers aangemoedigd om de zichzelf te plaatsen in de hiërarchie van de samenleving en natuur. Frenologie ging namelijk uiteindelijk vooral over verschillen tussen mensen en werd daarom een sterke discours voor een hiërarchische verdeling van sexe en ras.

Frenologisch tijdschrift waarbij de verschillende karaktereigenschappen op de bijbehorende plaats uitgebeeld zijn. Typisch voor de gegenderde verdeling van frenologie zijn de traditioneel 'vrouwelijke eigenschappen' getekend met een vrouwelijk personage Credits: Wellcome Collection

Zo werd er in de frenologie een sterk onderscheid gemaakt tussen de sexe, waarbij de gendernormen van de 19de eeuw werden gereflecteerd. Bovenstaande afbeelding geeft een goed beeld van de versterkende werking van frenologische theorieën op de gendernormen. De vele vakjes beelden de verschillende organen met bijbehorende karaktereigenschappen en talenten uit. Hierbij worden de traditioneel vrouwelijke karaktereigenschappen in het achterhoofd - de plaats die bij vrouwen vaak in verhouding groter is - geplaatst en traditioneel mannelijke karaktereigenschappen in het voorhoofd geplaatst, de plaats die bij vrouwen vaak kleiner is. Kijkend naar de afbeelding zouden vrouwen daardoor over het algemeen zeer geschikt zijn voor vriendschap, filantropie en liefde, terwijl zij met haar kleinere voorhoofd minder geschikt zou zijn voor ‘mannelijke zaken’ zoals geschiedenis, taal en wiskunde. Veel frenologen geloofden in deze sociale hiërarchie en de bijbehorende verdeling van talenten en taken. Zo stelde frenologisch grondlegger Spurzheim dat vrouwen ‘van nature bestemd waren voor bepaalde functies’ en zich vooral hierbinnen moesten ontplooien. Vrouwen werden enerzijds via frenologie aangemoedigd om hun zwakheden te verbeteren, maar moesten met deze verbeteringen wel binnen de gegeven norm en hiërarchie van de tijd blijven. 

 

Europees superioriteitsgevoel en raciale stereotypen 

Niet alleen gendernormen werden gecreëerd en versterkt door frenologie, ook racistische stereotypes kregen hierdoor een wetenschappelijke basis. Frenologen onderwezen hun publiek over de verschillende typen schedels van mensen en dieren, waarbij ze in gingen op de hiërarchie van de natuur. Hierbij beargumenteerden ze dat mensen van Europese afkomst intellectueel en moreel superieur waren aan alle andere menselijke rassen. Veel frenologen stonden dan ook achter het idee dat Europeanen de plicht hadden om de ‘rassen met onderontwikkelde hersenorganen’ te leiden naar een geciviliseerde samenleving.

Frenologische schets van frenoloog Dayes, waarbij de 'natuurlijke hierarchie' wordt afgebeeld. De 'Negro' en de 'Australian Bushman' hebben met respectievelijk 45 en 43 kilo een minder zwaar en dus minder ontwikkeld hoofd dan de gemiddelde Engelsman Credits: Wellcome Collection

Een sterk voorbeeld van dit Europese superioriteitsgevoel is terug te zien in de bovenstaande afbeelding. Deze frenologische schets van frenoloog Dayes toont de vormen van de schedels van verschillende apen en mensen, waarbij de ‘natuurlijk hierarchie’ wordt afgebeeld. De buitenste omlijning is een schets van het hoofd van een bovengemiddeld ontwikkeld persoon in de vorm van George Combe. Combe was een vooraanstaande Schotse frenoloog die onder andere de ‘Edinburgh Phrenological Society’ oprichtte en het boek ‘The Constitution of Man’ schreef. In de kantlijn staat dat het gewicht van zijn hoofd 53 kilo is, dit is vergeleken met de anderen in het rijtje erg zwaar en dus volgens frenologische theorie verder ontwikkeld. Verder kijkend in het rijtje in de kantlijn wordt het raciale onderscheid en het Europese superioriteitsgevoel duidelijk. Hier heeft de gemiddelde Engelsman een groter (en dus een verder ontwikkeld) hoofd heeft dan de ‘Negro’ en de “Australian Bushman’. Opnieuw, iedereen kon zijn karakter verbeteren, maar dit kon alleen gebeuren binnen de limieten van de natuurlijke hiërarchie.  

De wiskundeknobbel en het idee dat deze vooral bij jongens voorkomt stamt dus af van de frenologische traditie. Dit verhaal over de frenologie laat zien op welke manier wetenschap invloed kan hebben op sociale verhoudingen en hiërarchieën binnen een samenleving. Want, ondanks de focus op zelfverbetering en de maakbaarheid van de hersenen, waren er toch hiërarchieën waarin mensen werden ingedeeld en hiertoe gelimiteerd werden. Frenologie was bij uitstek een wetenschap die de 19de-eeuwse hiërarchie bevestigde door de gendernormen en raciale stereotypen van die tijd te versterken. Dit laat zien waar en hoe wetenschap daarin een rol speelde. Dit verklaard deels waarom we denken dat de wiskundeknobbel typisch mannelijk is en daarmee ook wat het gevaar van de sociale impact van wetenschap kan zijn. De wiskundeknobbel is níet typisch mannelijk en het is belangrijk om kritisch te blijven kijken naar waar dit soort ideeën vandaan komen. 

 

Geschreven door Floor Keulartz