Persoonlijk verhaal Academici en Toegankelijkheid

Een meesterlijke monnik in de middeleeuwen

‘Salve, Regina, Mater misericordiae, vita, dulcedo, et spes nostra, salve.’ Een vrome katholiek zou de eerste regel van de ‘Salve Regina’ onmiddellijk herkennen. Wat minder mensen weten, is dat deze hymne traditioneel wordt toegeschreven aan de middeleeuwse monnik Hermann van Reichenau (1013-1054). Deze Duitse geleerde was in zijn tijd beter bekend als Hermann de Lamme, verwijzend naar zijn beperking. Sinds zijn kindertijd kon hij nauwelijks bewegen en had hij moeite met praten. Op latere leeftijd werd hij ook blind. Hij wijdde zijn leven aan studeren en zijn leerlingen in zijn geliefde abdij van Reichenau. Hermann was een meester op het gebied van astronomie, wiskunde, geschiedenis, muziektheorie en componeren. Hoe zag zijn leven eruit in een middeleeuwse abdij?

Het christendom: heer en meester in Europa

Hermann met de engel die hem de dilemma voorlegde. Hij wordt traditioneel afgebeeld met een loopstok. circa zeventiende eeuw.

De legende gaat dat Hermann als klein jongetje bezoek kreeg van een engel. Deze engel legde hem een dilemma voor: lichamelijke gezondheid zonder grote wijsheid, of grote wijsheid zonder lichamelijke gezondheid. Hij koos voor het laatste. Dit verhaal past goed in het denkbeeld van zijn tijd. Europa was in de middeleeuwen namelijk onder grote invloed van het Christendom. Om erachter te komen hoe er in die tijd werd gedacht over beperkingen kun je dus het beste kijken naar het meest populaire boek uit die tijd: de Bijbel. Daaruit komt een tegenstrijdend beeld naar voren. Beperkingen zijn zowel tekenen van zonden als een door god gegeven gift. 

 

 

Kinderen met een beperking werden vaak al op jonge leeftijd naar kloosters gestuurd om daar hun leven op te bouwen in ruil voor geld of grond. Het was onderdeel van de christelijke waarden van monniken en nonnen om zieken en mensen met een beperking op te vangen en te verzorgen. En daar werd dan ook veel gebruik van gemaakt. Zo ook door de ouders van Hermann. De adellijke Graaf Wolfrad II van Altshausen en zijn vrouw Hiltrude brachten de pas zevenjarige Hermann in 1020 naar een nabijgelegen abdij. Daar zou Hermann de rest van zijn leven wonen.

Abdij van Reichenau: een meesterzet

Hun keuze was gevallen op de benedictijnse abdij van Reichenau, gelegen op een eiland in het zuiden van Duitsland nabij de Zwitserse grens. Hier kwam Hermann onder de vleugels van de beroemde abt Berno (978-1048), die van deze abdij de belangrijkste, invloedrijkste en welvarendste abdij van zijn tijd maakte. In deze jaren kreeg Hermann onderwijs en bleek hij het slimste jongetje van de klas te zijn.

De 11e eeuwse Abdij van Reichenau waar Hermann 34 jaar heeft gewoond. Bron: Hilarmont

Hij leefde daar in een gemeenschap van ongeveer honderd broeders. We weten niet hoe Hermann zich tot deze groep verhield. Een klein detail kan echter onthullen hoe hij zichzelf zag met betrekking tot zijn beperking. Hermann at geen vlees. In ziekenzalen van abdijen mochten zieken en ook bewoners met een beperking vaker baden dan andere monniken én daarnaast vlees eten. Dat Hermann dat niet deed, laat zien dat hij geen speciale behandeling wilde. Al was dat soms onvermijdelijk. Zijn broeders hadden veel verplichte taken zoals manuscripten kopiëren in het scriptorium, werken in de tuin, of religieuze handelingen verrichten. Doordat Hermann nauwelijks kon bewegen kon hij deze taken niet doen.

De binnenkant van de abdijkerk waar Hermann elke dag bad. Bron: Karsten Scholz

De tijd die hij hiermee bespaarde, benutte hij door veel te studeren. Voordat de eerste universiteiten waren gesticht, waren het vooral de kloosters die toegang boden tot kennis en waar je leerde lezen en schrijven. De abdij van Reichenau was in deze tijd de allerbeste plek om dat te doen. Eeuwenlang hebben abten de bibliotheek aangevuld met boeken over een breed scala aan onderwerpen. En doordat het scriptorium erg actief was in het kopiëren van nieuwe manuscripten, was ook de meest actuele kennis beschikbaar voor Hermann om te bestuderen. Hierbij kreeg hij hulp van zijn broeders. Doordat schrijven hemzelf niet lukte, dicteerde hij zinnen die vervolgens door andere monniken werden opschreven.

Hermann had alle kansen in zijn voordeel om zich te profileren: hij was van gegoede komaf, hij leefde meer dan dertig jaar in een abdij die haar hoogtij beleefde en door zijn familie en de rijkdom van de abdij zou Hermann de best denkbare hulp en zorg moeten hebben gekregen. Reichenau bleek dus een vruchtbare omgeving voor Hermann te zijn om het beste uit zijn intellect te halen.

Het meesterbrein van de Maestro

De Salve Regina gezongen door de Benedictijnse monniken van Santo Domingo de Silos, Spanje

De Salve Regina wordt gezien als hét grote meesterwerk van de dan al blinde Hermann. Hij schreef zowel de teksten als de muziek van zijn hymnen en was daarmee een muziektheoreticus en componist in één. Het is echter niet helemaal zeker of we de Salve Regina tot Hermann’s oeuvre mogen toebedelen. Het gebeurt vaak dat beroemde hymnen onterecht aan beroemde schrijvers worden toegekend. Als muziektheoreticus ontwikkelde hij echter wel een vernieuwde muzieknotatie en als dichter kon hij zijn vroomheid kwijt in de hymnen.

Hermann hield zich met veel verschillende disciplines in de wetenschap bezig. Zo heeft hij veel kronieken geschreven daterend van de geboorte van Christus tot aan zijn dood in 1054. De beroemdste hiervan is ‘Chronicon’. Deze kroniek is uniek omdat Hermann de geschiedenis op verschillende niveaus beschrijft: de Europese kerkgeschiedenis, die van de regio van Reichenau en van de abdij zelf. Deze geschiedenis vult hij verder aan met persoonlijke details over zijn familie, zoals de geboorte van zijn moeder en zijn eigen toelating tot de abdij. De ‘Chronicon’ is dan ook geen objectief geschiedenisboek geworden, maar een gekleurde vertelling sterk beïnvloed door religie en zijn eigen interesses.

Hermann (rechts) met een astrolabium in zijn hand. Ashmole MS, dertiende eeuw. Bron: Bodleian Library, Oxford

Een andere interesse van hem was wiskunde. De Reichenause monnik zou een van de eerste Europeanen zijn die de noodzaak zag van Arabische geleerden. De Arabieren waren namelijk al een stuk verder met betrekking tot wiskunde. Hermann schreef een zeer begrijpelijk werk over de constructie en werking van een astrolabium. Dat is een multifunctioneel meetinstrument dat onder meer de tijd kan bepalen. Het instrument werd al in de oudheid door de Romeinen gebruikt maar deze kennis ging in Europa in de middeleeuwen verloren. De Arabieren gingen het echter wel weer gebruiken en hun manuscripten werden in de Europese scriptoria vertaald waar Hermann het uiteindelijk heeft gelezen. Middels dit instrument kwam hij tot nieuwe inzichten in de berekening van tijd en corrigeerde hij de berekening van het kalenderjaar. Hermann heeft ervoor gezorgd dat dit astronomisch instrument toegankelijk werd voor de Westerse wereld.

Herman was geen originele denker. Hij schitterde in het herorganiseren van kennis en toverde die om tot begrijpelijke teksten. Zijn grootste schittering was echter zijn talent in het opwekken van belangstelling en interesse van zijn kennis bij anderen.

De inspirerende leermeester

Een moderne sgraffito van Hermann als leraar met zijn studenten om hem heen. Veringenstadt 2011. Bron: Thomas Fink

Hermann bleek een talent te hebben voor doceren. Hij verkreeg in zijn tijd een sterrenstatus en veel mensen kwamen op de abdij af om van hem les te mogen krijgen. Een leerling en tevens beste vriend, Berthold van Reichenau (1030-1088), heeft een biografie over hem geschreven. Dit is de belangrijkste bron die we hebben van Hermann.

Een passage laat ons zien hoe hij als leraar was. Berthold beschrijft dat lesgeven een opgave was aangezien Hermann’s ledematen zo wreed waren dat hij zonder hulp niet kon bewegen vanaf de plek waar hij was neergezet en niet zelfstandig om kon draaien. Hij kon alleen voorovergebogen in een speciaal voor hem gemaakte draagstoel zitten. Daarnaast schrijft hij dat hoewel de tong en lippen van Hermann verlamd waren en slechts langzaam gebroken en nauwelijks verstaanbare woorden kon uitspreken, hij een welsprekende en enthousiaste leraar voor zijn studenten was. Opgewekt, snel van begrip en altijd bereid vragen te beantwoorden.

Hermann (links) met zijn beste vriend en leerling Berthold (rechts) op een fresco in de bibliotheek van de abdij van St Gallen, 1762. Bron: Joseph Wannermacher

De band tussen deze twee monniken was zo goed, dat ze eeuwen later zelfs samen zijn afgebeeld op een fresco in de bibliotheek van een naburige abdij. Op zijn sterfbed zijn Hermann's laatste woorden aan Berthold exemplarisch voor zijn liefde voor het onderwijs en hun vriendschap:

Lieverd, huil niet om mij, maar verheug en feliciteer mij. Neem hier, ik smeek u, mijn manuscripten! Maak met ijver af wat er nog geschreven moet worden en geef het dan door aan hen die het zullen waarderen. Houd in je achterhoofd dat ook jij ooit gaat sterven. Bereid je met al je inspanningen en gedachten voor op deze reis, want je weet niet op welke dag en op welk uur je mij, je liefste vriend, zult volgen.

Hermann was in zijn eigen tijd en ook na zijn dood van grote invloed. Hij werd door tijdgenoten al het ‘wonder van de elfde eeuw’ genoemd. Maar ook vandaag de dag blijft hij een inspiratie voor velen. Zo ook voor Megan Gannon, een parochiaan in de Verenigde Staten.

Megan Gannon met haar boek ‘Special Saints for Special People: Stories of Saints with disabilities’. St. Timothy Church in Chantilly (2020) Bron: Zoey Maraist in The Arlington Catholic Herald

Ze heeft zich nooit kunnen identificeren met heiligen zoals anderen dat doen omdat ze geen enkele heilige kende met een beperking zoals zij. Daarom ging ze zelf op onderzoek uit en schreef ze het boek ‘Special Saints for Special People: Stories of Saints with disabilities’. Ze bleek zich het meest te kunnen identificeren met Hermann aangezien zij zichzelf herkent in hem door de beperking die zij zouden delen: cerebrale parese. Zo vertelt Gannon in een interview aan The Arlington Catholic Herald.

Het is fijn om te weten dat er heiligen zijn tot wie je je kunt wenden die het echt begrijpen en dat we allemaal een verschil kunnen maken.

Hermann van Reichenau, het wonder van de elfde eeuw, de geliefde leraar, de inspiratiebron, is zelfs duizend jaar later nog steeds een meesterlijke monnik. 

Geschreven door: Job Moll en Nina Lammerts