Persoonlijk verhaal Academici en Toegankelijkheid

The Harvard Computers: de vrouwen die sterren classificeerden

Het verhaal van Annie Jump Cannon – de vrouw die meer dan 350.000 sterren classificeerde

In 1881 werden voor het eerst op reguliere basis vrouwen aangenomen bij het Harvard College Observatory (Cambridge, Massachusetts, Verenigde Staten). In het observatorium werd astronomisch onderzoek verricht door de Harvard Universiteit. Het werk van de vrouwen bestond onder meer uit het catalogiseren van sterren, het tellen van sterrenstelsels en het ontdekken van veranderlijke sterren. Dit soort werk – waarbij veel repetitieve berekeningen werden uitgevoerd – werd ook wel 'computing' genoemd. Het leverde de vrouwen de volgende naam op: de Harvard Computers. Een aantal Harvard Computers werden beroemde astronomen in hun tijd, waaronder Annie Jump Cannon.

Annie Jump Cannon, ca. 1884. Foto: Wellesley College Archives

Annie Jump Cannon’s (11 december 1863 - 13 april 1941) belangstelling voor astronomie begon al op jonge leeftijd; het was haar moeder die haar interesse aanmoedigde en haar de sterrenbeelden leerde. In 1880 was Annie één van de eerste vrouwen in Delaware die ging studeren. Dit was ongebruikelijk voor haar tijd. Van upper-class vrouwen werd verwacht dat ze huisvrouw en moeder waren en middle-class vrouwen moesten werken om de kost te verdienen. Annie studeerde aan Wellesley College, dat in 1870 speciaal voor vrouwen in de Verenigde Staten was opgericht. Daar studeerde ze natuurkunde en astronomie onder Sarah Frances Whiting. In haar latere lofrede uit 1927, stelde Annie dat ze geïnspireerd was geraakt door de wijze waarop Whiting de deuren van mogelijkheden had geopend voor veel jonge vrouwen. Zo liet Whiting geen enkele gebeurtenis aan haar studenten voorbijgaan: de studenten werden meerdere malen in de vroege ochtenduren gewekt om de Grote Komeet van 1882 te zien.

Annie Jump Cannon buiten de College Hall van Wellesley College, 1884. Ze kijkt door een telescoop. Foto: Wellesley College Archives

Miss Whiting’s natuurkunde klas, 1884. Annie is de derde persoon van links. Miss Whiting bevindt zich rechts van haar, in het midden. Foto: Wellesley College Archives

Begin twintig kreeg Annie roodvonk, waardoor ze gedeeltelijk doof werd. Of dit tijdens of na haar studie aan Wellesley College gebeurde, is onbekend. Eenmaal afgestudeerd in 1884 keerde Annie terug naar huis en bracht ze tijd door met familie en vrienden. In haar dagboeken beschreef Annie dit als een gelukkige periode, waarin ze haar fotografische vaardigheden ontwikkelde, gemeenschapswerk deed en (bij)les gaf. Na het vroegtijdige overlijden van haar moeder in 1893, keerde Annie terug naar Wellesley College. Daar volgde ze colleges en assisteerde ze Miss Whiting bij haar natuurkundelessen. Twee jaar later neemt ze als special student deel aan een astronomisch onderzoeksprogramma aan het Radcliffe College. De status special student refereerde waarschijnlijk naar haar beperking van bijna-doof zijn. Het Radcliffe College was verbonden aan het mannelijke Harvard College, waardoor de professoren van Harvard colleges konden geven aan de vrouwen die aan Radcliffe studeerden. Cannon haar astronomische referenties – waaronder ervaring met het gebruik van telescopen – bezorgden haar in 1896 een positie als assistent bij het Harvard College Observatory. Hier bestudeerde ze de nachtelijke hemel door telescopen en met behulp van Harvard’s collectie glasplaatfoto’s. In 1898 behaalde ze haar diploma aan het Radcliffe College.

Glasplaatfoto B 9431, met daarop de Carina regio, 1893. Dit schijnt de eerste plaat te zijn waarvan Annie Jump Cannon de waarneming deed. Foto: Wolbach Library

In het observatorium werd onderzoek gedaan naar sterren door middel van glasplaatfoto’s. In 1882 geeft de toenmalige directeur van het observatorium, Edward Charles Pickering (1846-1919), opdracht tot fotografisch stellair onderzoek. Volgens hem zou het menselijk oog moe worden tijdens langdurige observaties door een telescoop. Een glasplaatfoto van stellaire spectra gaf echter een duidelijker en gedetailleerder beeld van de nachtelijke hemel. Deze afbeeldingen konden gemaakt worden met behulp van een spectroscoop. Dit apparaat kon het licht van sterren vangen in een spectrum en dit via een camera vastleggen op een glasplaat. Deze glasplaatfoto's lieten wetenschappers zien hoe heet, groot en snel een ster was. De toepassing van de nieuwe techniek leidde tot enorme hoeveelheden gegevens en een groeiende collectie fotografische glasplaten. Uiteindelijk waren er meer gegevens dan de medewerkers konden interpreteren. Om deze collectie te bestuderen en verzorgen, werden in astronomie opgeleide vrouwen aangenomen: de Harvard Computers. 

De dertien vrouwen die in op 13 mei 1913 in het observatorium van Harvard werkten, ook wel bekend als de Harvard Computers. Afgebeeld op de eerste rij zijn, van links naar rechts: Arville Walker, Johanna Mackie (waarschijnlijk), Alta Carpenter, Mabel Gill, Ida Woods. Afgebeeld op de achterste rij zijn, van links naar rechts: Margaret Harwood, Mollie O'Reilly, Edward Charles Pickering, Edith Gill, Annie Jump Cannon, Evelyn Leland, Florence Cushman, Marion Whyte, Grace Brooks. Foto: Harvard University Archives

In de loop der jaren zijn er meer dan tachtig vrouwen aangenomen in het observatorium als Harvard Computers. Deze vrouwen werden aangenomen omdat ze volgens Pickering beter werk leverden dan de mannen met wie hij eerder had gewerkt. De vrouwen werden echter ook aangenomen vanwege praktische redenen: ze kregen 25-30 cent per uur betaald, de helft van wat mannen verdienden voor een vergelijkbare baan. Daar bovenop mochten de vrouwen over het algemeen geen theoretisch werk doen: Pickering beperkte het werk van de Harvard Computers tot administratieve taken. Williamina Fleming, één van de Harvard Computers, bevestigde dit in haar dagboek:

In het Astrofotografisch gebouw van de Sterrenwacht houden 12 vrouwen, waaronder ikzelf, zich bezig met de verzorging van de foto's..... Van dag tot dag zijn mijn taken op het observatorium zo gelijk dat er weinig te beschrijven valt buiten het gewone routinewerk van metingen, onderzoek van foto's en het werk dat gepaard gaat met het verkleinen van deze waarnemingen.

De Harvard Computers, waaronder Fleming en Cannon, pleitten dus voor meer verantwoordelijkheden. Zo was Cannon lid van de National Woman’s Party en een suffragette. In de Hall of Science in Chicago gaf ze toespraken over de rol van vrouwen in de wetenschap, waarbij ze onder meer pleitte voor meer vrouwelijke alumni en onderzoekers in de astronomie.

Annie Jump Cannon en Henrietta Swan Leavitt, 50 en 45 jaar oud, in 1913. Foto: Harvard University Archives

Reclame voor de acousticon hearing aid uit 1906. Foto: Evan Yellon, 'Surdus in search of his hearing', pagina 48, 1906.

Annie Jump Cannon was niet de enige astronoom in het observatorium met een beperking. Henrietta Swan Leavitt (4 juli 1868 - 12 december 1921) werd net als Cannon rond haar twintigste ziek, wat tot gehoorverlies leidde. Beiden hadden astronomie gestudeerd aan het Radcliffe College onder horende studenten. Waarschijnlijk konden beide vrouwen liplezen, want er zijn geen gegevens over de aanwezigheid van een tolk. Daarnaast is het bekend dat Cannon een acousticon hearing aid gebruikte tijdens haar werk in het observatorium.

Sommigen zagen de beperking van Cannon en Leavitt als een voordeel, omdat ze bijvoorbeeld konden werken zonder last te hebben van storende omgevingsgeluiden. Anderen daarentegen, waaronder de leiders van de National Academy, dachten hier anders over. Zo heeft historicus Harry Lang onderzoek gedaan naar een correspondentiereeks tussen leden van de National Academy. In de correspondentie werden meerdere vrouwen benoemd die in aanmerking kwamen voor een nominatie voor de verkiezingen van 1923. Ook Cannon komt aan bod: hoewel haar werk als ‘echt en intelligent’ werd beschouwd, werd ze afgekeurd vanwege ‘het risico en de onwenselijkheid van het kiezen voor lichamelijk gehandicapten’.

Eén van Cannon’s bijdragen aan de astronomie is de ontwikkeling van een sterrenclassificatiesysteem. Dit systeem is gebaseerd op de temperatuur van de sterren en bestaat uit zeven letters: O, B, A, F, G, K & M, waarbij O refereert naar de heetste sterren en M naar de koelere sterren. Om de volgorde hiervan te onthouden, ontstond er al snel een ezelsbruggetje: ‘Oh! Be A Fine Girl – Kiss Me’. De International Astronomical Union nam het sterrenclassificatiesysteem van Cannon aan in circa 1910. Desondanks werd het classificatiesysteem het Harvard System of Classification genoemd, waarmee het systeem dus niet rechtstreeks werd toegeschreven aan Cannon. Vandaag de dag wordt het systeem – met een aantal kleine wijzigingen – nog steeds gebruikt. Gedurende haar carrière heeft Cannon meer dan 358.000 sterren geclassificeerd door middel van haar eigen sterrenclassificatiesysteem. Met behulp van de andere Harvard Computers, classificeerde ze iedere 2-3 minuten één ster.

Juffrouw Cannon is de enige persoon ter wereld - man of vrouw - die dit werk zo snel kan doen. - Edward Pickering (in 1927)

Annie Jump Cannon aan het werk in het observatorium. Foto: Smithsonian Institution Archives

Vanwege haar uitmuntende werk wilde Pickering haar in 1911 benoemen tot Curator of Astronomical Photographs. Hiervoor diende hij een verzoek in bij de president van de Harvard Corporation, Abbott Lawrence Lowell. Hij weigerde Cannon te benoemen en haar op te nemen in de universiteitscatalogus en suggereerde dat Pickering haarzelf zou benoemen, een minder formele optie. Pickering benoemde haar tot nieuwe curator en betaalde haar sindsdien een verhoogd salaris. Als curator droeg Cannon zorg voor Harvards glasplaatfoto collectie en voerde de astronomische onderzoeken uit die Pickering OPDROEG. Cannon bekleedde deze functie uiteindelijk 27 jaar lang, tot haar pensioen in 1940. Pas in 1938 werd Cannon officieel benoemd als Curator of Astronomical Photographs door de universiteit. In 1939 identificeerde Cannon de 10.000ste veranderlijke ster van het Harvard observatorium. Annie Jump Cannon wordt gezien als een astronoom en wetenschapper wiens onderzoek de huidige astronomie mede heeft vormgegeven. De directeur van het Harvard College Observatory benoemde haar in 1941 als “één van de belangrijkste vrouwelijke astronomen aller tijden”.

Hand in hand, de Harvard Computers en twee mannelijke medewerkers van het observatorium, ca. 1918. Afgebeeld zijn van links naar rechts: Ida Woods, Eva Leland, Florence Cushman, Grace Brooks, Hannah?, Henrietta Leavitt, Mollie O'Reilly, Mabel Gill, Alta Carpenter, Annie Jump Cannon, Arville Walker, Mr. Hinckley, Prof. King. Foto: Harvard University Archives

Geschreven door: Daphne Luijters & Indy Boer