Treinreis van Jan Troost en anderen naar Amsterdam in de pakwagen van de trein (1989). Bron: Privécollectie Jan Troost.
‘Ik kijk er niet meer tegen op, dat deed ik vroeger wel’ zegt student Maurits Huijbrechtse. Voor zijn studie reist hij regelmatig vanuit zijn woonplaats Almere per trein richting Amsterdam. Voor Maurits is deze reis moeizamer dan voor andere mensen. Door zijn Cerebrale Parese zit hij in een rolstoel en moet hij zijn treinreis tenminste een uur van tevoren aanmelden zodat hij gebruik kan maken van reisassistentie om in en uit de trein geholpen te worden. ‘Het heeft twee kanten, je hebt hele leuke ontmoetingen maar het gaat ook wel eens fout. Er staat dan dat een station toegankelijk is maar dat is het niet. Ik had een keer een date in Maarssen maar daar kon ik niet uitstappen. Het werd echt een soap qua assistentieverlening. Uiteindelijk kwamen we na veel gedoe in Maarssen aan, we kenden elkaar wel al meteen goed’ zegt Maurits lachend.
‘Het zit er tussenin’
Maurits beschrijft zijn ervaringen met de reisassistentie van de Nederlandse Spoorwegen (NS) als: ‘het is niet slecht of goed, het zit er tussenin’. De reisassistentie zorgt er voor dat Maurits met de trein kan gaan. Een speciale brug of plank zorgt voor de toegang in de trein. ‘Op bemenste stations helpen NS-medewerkers mij vaak en op andere stations helpen taxichauffeurs mij met het in en uit de trein gaan. Ik maak vaak gebruik van de bemenste stations want soms komen de taxichauffeurs te laat of gewoon niet’. Het geeft aan dat de reisassistentie nog niet perfect is.
Soms is het ook wel ongemakkelijk bij het wachten en als je er uit moet. Medereizigers kijken je dan aan van ‘moet ik je helpen?’ dan moet je zeggen ‘er komt zo iemand aan’.
'Af en toe ben je ook een soort van toiletjuffrouw en moet je zeggen dat het toilet kapot of bezet is. Die plek naast het toilet is ook niet ideaal, er was een keertje iemand over zijn nek gegaan en daar zit je dan naast. Gelukkig hielp de conducteur mij op het volgende station naar een andere plek in de trein. Als we elkaar nu nog zien, lachen we er nog steeds om’.
De pakwagen
Perronassistent die ouderen en mensen die slecht ter been waren de trein in en uit hielp op station Naarden-Bussum (1930-1940). Bron: 163188 / Collectie het Utrechts Archief.
Het is vooral vervelend dat er een aanname is dat kwetsbare mensen thuis moeten blijven.
De pakwagen waarin rolstoelgebruikers werden vervoerd. Bron: Privécollectie Jan Troost.
'Een dag op cursus'
De rolstoellift die tussen 1985 en 1995 werd gebruikt op Amsterdam Centraal. Bron: Wiktor M. Podsada, 171966 / Collectie het Utrechts Archief.
Ach die mensen moesten ook naar hun werk. We hadden wel vaak de gedachte ‘zitten ze wel in de trein? Komen ze wel op tijd?’ Als ze dan te laat kwamen moest alles opnieuw geregeld worden.
Met horten en stoten
Artikel over de man die in Nuth niet de trein uit geholpen kon worden. Bron: Limburgs Dagblad, 25-05-1994, 15.
Meneer had zijn reis niet van tevoren aangemeld. Als hij dit wel had gedaan dan was hij er achter gekomen dat er geen reisassistentie op dit station mogelijk was.
Diezelfde houding van de NS komt in 1993 ook naar voren in een rechtszaak van Etienne Aalten tegen de Nederlandse Spoorwegen. De NS moest bezuinigen naar aanleiding van de splitsing van het bedrijf. De reisassistentie was één van de onderdelen waarop bezuinigd werd. Aalten wilde dat de NS hem ook ’s avonds uit de trein zou helpen op station Delft. De NS had namelijk de tijden van reisassistentie teruggebracht naar tussen kwart over negen ’s ochtends tot vier uur ’s middags. De rechter besloot in het voordeel van de NS. Aalten was volgens de rechter geen valide reiziger waardoor de NS geen vervoerplicht tegenover hem kende. Jan Troost legt hierover uit:
Voor de grondwet zijn gehandicapten niet gelijk. Er is weldegelijk juridische ruimte voor de rechter om dit vonnis zo uit te spreken.
Artikel over uitspraak in de rechtszaak van Etienne Aalten tegen de NS. Bron: De Volkskrant, 08-05-1993, 3.
Professionalisering
Waar in de jaren negentig en het begin van het millennium de reisassistentie nog 24 uur van tevoren moest worden aangevraagd, rond 2005 werd dit teruggebracht tot drie uur van tevoren. In de jaren die volgen volgt er vanuit de Europese Unie en vanuit de Rijksoverheid regelgeving over de toegankelijkheid van treinen en stations. Alle stations en treinen moeten toegankelijk zijn voor iedereen, dus ook voor rolstoelgebruikers. Wanneer dit niet zo is dan moet de reisorganisatie, in dit geval de NS, zorgen voor een manier om in de trein te komen. Nieuwe treinen moesten altijd toegankelijk zijn voor iedereen en reisassistentie moest worden uitgebreid naar alle stations van Nederland. Onder druk van deze regelgeving is de NS ook gaan nadenken over hoe ze hun dienstverlening konden verbeteren tegenover de mensen die reisassistentie nodig hadden. ‘Drie jaar geleden werd ik door iemand die ik van scouting kende gevraagd of ik wilde helpen met testen van een extra functionaliteit in de NS-app speciaal voor mensen met een beperking’ zegt Maurits. ‘Er was een testdag in Utrecht waarbij we eerst uitleg kregen op het hoofdkantoor. Daarna gingen we in verschillende groepen een rondje met de trein waarbij we weer zouden uitkomen in Utrecht. Ik zat in de groep waarbij alles goed zou moeten gaan. Er was ook een groep waarbij werd gesimuleerd dat er iets fout ging.’ Uiteindelijk is de functionaliteit in 2017 aan de NS-app toegevoegd voor rolstoelgebruikers en andere mensen met een beperking. Maurits vindt het nu een stuk makkelijker om te reizen.
Het is nu prettiger reizen met deze functionaliteit in de app, het haalt een deel van de drempel om met de trein te reizen weg.
Toen de Coronacrisis uitbrak schakelde de NS deze functionaliteit uit en moest er weer gebeld worden naar de NS om reisassistentie aan te vragen. ‘Het blokkeren van de functionaliteit in de app zonder aankondiging vond ik echt niet kunnen’ zegt Maurits.
Toekomst
Hoe zien Jan Troost, Jan Rijnsburger en Maurits de toekomst voor zich? Maurits hoopt binnenkort te beginnen met het behalen van zijn rijbewijs. ‘Met de trein blijf ik gaan omdat er ook een begrenzing van het aantal auto kilometers is. Reisassistentie zal altijd nodig blijven omdat bijvoorbeeld stations in een bocht een groot gat laten tussen de treeplank en het perron.’ Jan Troost gaat er vanuit dat de NS in de toekomst ook nog goed zal meewerken. Hij vreest wel voor de toekomst waarbij als gemeenten moeten bezuinigen gaan bezuinigen op de aangepaste bussen voor rolstoelgebruikers. ‘We zien nu al dat gemeentes zeggen ‘je kan toch ook met het openbaar vervoer?’’. Hij wilt dat er voor rolstoelgebruikers nog steeds een keuze in hun mobiliteit blijft bestaan. Jan Rijnsburger gaat er vanuit dat het beter wordt:
De nieuwe sprinters zijn al toegankelijk. Op een zomerse dag maakten in mijn tijd zo’n tachtig tot negentig rolstoelgebruikers gebruik van de reisassistentie op Amsterdam Centraal, ze weten het veel beter te vinden. Het wordt beter.
Met dank aan:
Maurits Huijbrechtse, Jan Troost en Jan Rijnsburger.
Geschreven door:
Martijn van den Berg en Mickie Rijnsburger.