‘Waar het om gaat is dat wij in het theater blijven vragen wat elke speler in dit leven van belang vindt. Dat je daarin een stem hebt. En op een manier gehoord wordt die niet voor jou wordt ingevuld.’
In Nederland zijn ongeveer twintig theatergroepen actief die werken met mensen met een verstandelijke beperking. De groepen bieden hun deelnemers dagbesteding, maar zijn bovenal bezig met het trainen van de acteurs en het maken en spelen van voorstellingen. In dit artikel komen de oprichters van twee groepen aan het woord. Caro Wicher is artistiek leider van Theater Klare Taal uit Arnhem, en van haar is het citaat waar dit artikel mee begint. Theo Frentrop richtte Theaterwerkplaats Tiuri in Breda op, en is al jarenlang voorzitter van de Vereniging Ongekend Talent, het platform waar diverse groepen bij zijn aangesloten.
Voor Frentrop begon het in de jaren negentig. Hij werkte in de antroposofische zorg met mensen met een verstandelijke beperking en besloot theater met ze te gaan maken. De spelers verrasten hem volledig. ‘Toen is mijn wereldbeeld honderdtachtig graden gedraaid’ zegt hij er nu over. Theater bleek een manier te zijn om achter het schild te komen dat normaal gesproken tussen hen en de wereld gehouden wordt. Door toneel te spelen ‘komt er zo’n geweldige energie en vanzelfsprekendheid en echtheid tevoorschijn!’ Frentrop was razend enthousiast en wilde er graag mee door, maar ‘als professional werd ik als een gek weggezet.’ De focus in de omgang met mensen met een verstandelijke beperking lag nog altijd op zorg.
Caro Wicher heeft een achtergrond als theaterdocent en regisseur. In 2013 vroegen de oprichters van het nieuwe Theater Klare Taal haar als regisseur. ‘En mij leek het wel leuk,’ vertelt ze. ‘Ik had één keer eerder met mensen met een verstandelijke beperking gewerkt, maar eigenlijk daarvoor nog nooit. En ik dacht: "waarom niet".’
Theater Klare Taal en Theaterwerkplaats Tiuri
Theater Klare Taal is een werkpost van zorginstelling Driestroom. Een werkpost is, in de woorden van Wicher, een plek ‘waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk zijn om via een verdienmodel hun dag te besteden. Aan werk zitten andere aspecten dan alleen maar dagvulling: je moet je meer houden aan afspraken, er is een duidelijker arbeidsethos.’ Een ander verschil met reguliere dagbesteding is dat deze werkpost door artistieke medewerkers wordt geleid. ‘Men dacht, als we dat alleen doen met zorgmedewerkers dan blijven we in de zorgkant hangen. Dan komen we wellicht alleen nog maar in het beschermde en verzorgende en misschien wel meer in het begeleiden van activiteiten in plaats van dat we echt de kunstkant op gaan.’
Tien jaar voordat Wicher met Theater Klare Taal begon, richtte Theo Frentrop in Breda Theaterwerkplaats Tiuri op. Ook bij Tiuri staat artistieke ontwikkeling centraal. ‘Je zou het kunnen zien als driehoek. In de punt staat theater, theater is leidend. Dat doen we door middel van onderwijs, en op basis van zorg. Die trias is aanwezig.’ In tegenstelling tot Klare Taal is Tiuri, dat inmiddels is uitgebreid naar Roosendaal, niet aan een zorgaanbieder verbonden. ‘Ongeveer de helft van de spelers komt via grote zorginstellingen, de andere helft komt zelfstandig via hun persoonsgebonden budget.’
Eigen stem
Voor de spelers van Klare Taal en Tiuri is theater ontzettend belangrijk. ‘Onze spelers willen er alles voor laten liggen’ aldus Wicher. ‘Er zijn spelers die er bijvoorbeeld voor kiezen om een uitje met hun woonvorm naar de Efteling te laten schieten om naar hun werk te gaan. Omdat ze voelen dat het van belang is om te blijven spelen.’ En dat belang gaat dieper dan het hebben van plezier. ‘Waar het om gaat is dat wij in het theater blijven vragen wat elke speler in dit leven van belang vindt. Dat je daarin een stem hebt. En op een manier gehoord wordt die niet voor jou wordt ingevuld.’
‘Onze spelers voelen dat zij hier volledig aanvaard mogen zijn, en een stempel mogen drukken op alles wat wij maken. Ik kan het als regisseur wel invullen maar dan wordt het mijn stuk en zijn zij slechts een pion in het geheel’ vervolgt Wicher. ‘Ik denk dat het van meerwaarde is als jou verteld wordt hoe jouw persoonlijkheid en karakter, jouw kunnen en vaardigheden worden ingezet voor iets dat van gezamenlijk belang is. Voor iedereen, en wellicht extra voor iemand met een verstandelijke beperking. Zij zitten vaak in een zorgmodus waarbij een heleboel dingen worden gedaan zonder dat dat wordt overlegd.’
Ook bij Tiuri dragen de spelers zelf thema’s aan om theater over te maken, vertelt Frentrop. ‘Vaak zijn dat wel controversiële thema’s, bijvoorbeeld dat ze zich niet gezien voelen, dat ze te klein worden gehouden. We horen veel dat ze zich in hun woonvormen, ondanks de jarenlange ontwikkelingen, toch nog altijd gekleineerd voelen.’ De zorg is bureaucratisch, professionals zijn begeleiders in plaats van netwerkers en cliënten worden nauwelijks meegenomen in beslissingen.
‘Er is één ding dat niet in theater zit en dat is controle. Vandaar dat theater per definitie een goede trigger is om in de zorg wat voor elkaar te krijgen.’ - Theo Frentrop
Gezamenlijke taal
Caro Wichers zou het liefst een gemengde groep hebben. Klare Taal werkt daar al naartoe door stagiairs van ArtEZ uit te nodigen. De spelers en de stagiairs gaan samen de vloer op. Voor de stagiairs is dat vaak een verrassende, nieuwe ervaring. ‘In het spelen kom je opeens dezelfde dingen tegen’, vertelt Wichers. ‘Dan ben jij onderdeel van dezelfde vragen.’ Je komt als HBO-student binnen om te leren een groep te begeleiden, ‘maar als speler word je ineens op hetzelfde niveau aangesproken. Juist daarin zit het leren van gelijkwaardigheid waarin je kan erkennen dat iemand met een beperking misschien wel veel meer deskundig is in het vormgeven in het theater dan jij bent.’
In 2017 maakte Tiuri samen met een internationale groep professionele dansers een voorstelling. ‘Van tevoren dacht je: dat is een clash’ vertelt Frentrop hierover. ‘De dansers kwamen uit Brazilië of uit Frankrijk of Italië, en onze mensen verstonden geen Engels of Frans of Italiaans.’ Toen ze voor het eerst een repetitie van de dansers bekeken was er nog geen verbinding. Maar later bezochten de dansers een repetitie van Tiuri en liet Frentrop de spelers en dansers met elkaar bewegen op de speelvloer. ‘En met elkaar, in het bewegen, is er een soort nieuwe taal ontstaan. Een taal die verrijkend was voor de professionele dansers en voor onze spelers.’ Frentrop glimlacht als hij erover vertelt. ‘Het was fantastisch!’ De spelers en dansers gingen gelijkwaardig de vloer op en stelden zich voor elkaar open. De dansers waren verrast: ‘zij bewegen en dansen en hebben iets bij zich dat wij helemaal fantastisch vinden. En daar is de klik op ontstaan.’